Sinds een jaar of zeven maak ik me sterk voor meer diversiteit en inclusiviteit in de mode, maar mijn TED talk over the Power of Fashion uit 2014 was mijn echte coming-out als fashionactivist. Sindsdien ben ik me zo blijven noemen. Iets wat nog altijd voor verwarring zorgt, ook nu het lemma ‘modeactivisme’ in de ‘Klerenwoorden’-Van Dale  staat, compleet met mijn foto, mijn naam en vermelding van mijn platform Diversity Rules

Zeker 1x per week krijg ik het advies van deze of gene om eens na te denken over een functiebenaming die ‘minder provocerend’ is, of in elk geval ‘positiefs’. Ik ben inmiddels wel gewend aan deze reacties. En toch bevreemden ze me elke keer weer. Activisme draait niet om negativiteit. Integendeel. Ik associeer het met vrouwen/non-binaire personen/mannen die IN ACTIE komen omdat ze staan voor een zaak van breed maatschappelijk belang. Zoals een inclusief mode- en cultuurlandschap en - meer in het algemeen - de inclusieve samenleving, waar ik me hard voor maak.

Naast het feit dat ik een activist ben, ben ik natuurlijk ook een fashionfan. Al van jongs af aan dol op jassen en tassen, kwikjes en strikjes en alles wat je maar kunt bedenken om je uiterlijk te verfraaien. Dat is voor mij ook het mooie van mode, van kleding: op een creatieve manier laten zien wie je bent of wie je op enig moment hoopt te zijn.  Er was een fase in mijn leven dat ik mijn hele eindredacteurensalaris investeerde in schoenen, jassen, tassen, schoenen, jurken, schoenen en vooral schoenen. Ik geef het toe: lichtelijk beschamend, met de kennis van nu.

Ik verzeker u echter dat ik er tegenwoordig een heel ander winkelregime op nahoud. Shoppen doe ik veel minder frequent, en dan het in mijn eigen garderobekast (of die van mijn moeder). De vondsten die ik daar doe, combineer ik met echt mooie designerstukken die levenslang meegaan (dus duurzaam) of met vintage – een hobby uit mijn pubertijd – die ik sinds enige jaren heb herontdekt. Aanvankelijk meer vanuit pragmatische redenen (een originele en authentieke look ‘voor weinig’), maar gaandeweg ben ik doordrongen geraakt van de kwalijke effecten van de mode-industrie op natuur en milieu.

Hoe zit het met de verspilling van het talent, het probleemoplossend vermogen en de schoonheid van groepen die binnen het huidige systeem niet worden bediend of gerepresenteerd?

Ik juich het dus van harte toe dat het onderwerp sustainability steeds vaker op de modekaart staat en veelvuldig aan bod komt op de academies. En uiteraard ben ik enthousiast over elk convenant dat wordt gesloten om de mode-industrie eerlijker en duurzamer te maken. (Indachtig het motto: zero waiste!). Want inderdaad: we moeten ophouden met het verspillen van energie en grondstoffen, ook als het kleding betreft.

Maar hoe zit het met de verspilling van vrouw-/non-binairepersoon-/mankracht? Met de verspilling van het talent, het probleemoplossend vermogen en de schoonheid van groepen die binnen het huidige systeem niet worden bediend of gerepresenteerd? Natuurlijk moeten we met meer respect, verstand en liefde omgaan met de aarde en haar rijkdommen. Maar daarnaast moeten we ook gezamenlijk streven naar een maatschappij waarin ieders stem wordt gehoord, ieders cultuur wordt gerespecteerd, ieders talent wordt benut en ieders schoonheid wordt gevierd.

In deze tijd van sociale media zijn we allemaal activist. Ieder met een eigen boodschap en ieder op een eigen manier. Een mooie ontwikkeling, in mijn ogen. Zolang we niet vergeten dat mode ook om mensen gaat.

Janice Deul

Janice Deul is lifestyle journalist, fashion-/ cultuuractivist en oprichter van het inspiratieplatform Diversity Rules. Ze is als commissielid verbonden aan de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur en is gastdocent aan hogescholen en universiteiten. Ze is co-auteur van een boek over mode & representatie dat komend voorjaar 2020 verschijnt.

Zij schreef deze column naar aanleiding van haar presentatie op de OPA-avond Genderbenders. 

Steun OPA door member te worden en krijg naast gratis toegang tot onze avonden nog vele extra’s!