Na maanden zwoegen en zweten is het af, je meesterontwerp. Geld om het product zelf in productie te nemen is er niet. Wat doe je dan? Er zijn tig van opties: Business Angels, crowdfunding, het Materiaalfonds, subsidies, pitch-wedstrijden, sponsoring, maar waar kun je nu het beste voor welke geldvraag terecht? Minstens zo belangrijk: hoe overtuig je de mensen met het grote geld om jouw project te financieren?
Voor veel ontwerpers en producenten is de financiering van een ontwerp een heikel onderwerp. In het kader van Design o’ the Times organiseerde OPA ‘Op zoek naar geld’, een avond over design en co-financiering. Het platform nodigde een aantal ervaringsdeskundigen en financiers uit. Moderator Marlies Leupen ging met hen in gesprek.
Producer van gamebedrijf Ludomotion Javier Sancho trapt de avond af. Als producer is Javier verantwoordelijk voor de financiering van hun producten en mogelijke investeringen. Ludomotion heeft al twee games uitgebracht en is momenteel bezig met de nieuwste, In-Matter. De vraag wie er gamer is in de zaal wordt beantwoord met gelach.
De eerste versie van dit project wordt gefinancierd vanuit het gamefonds. De subsidieaanvraag telde maar liefst 64 pagina’s. Het schrijven was niet voor niets, het voorstel werd gehonoreerd.
Het geld was nodig om het conceptplan te realiseren. Het Gamefonds is onderdeel van het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie. Dit is waar Javier voor In-Matter een beroep op heeft gedaan. De waardering voor het conceptplan, de technologie en het design werd uitgesproken door een subsidie van het stimuleringsfonds van maar liefst 50.000 euro. Ludomotion matchte het geld met hun uren. Dus hun eigen investering was ook 50.000,- euro. Hiermee kon de eerste versie van de game In-Matter werkelijkheid worden.
Zij weten in welke taal zij moeten spreken, kennen het concept door en door, weten wat de concurrent doet en kunnen goed uitleggen binnen welk genre zij opereren. Volgens het gamebedrijf zijn dit de succesfactoren geweest bij het aanvragen van hun subsidie.
Nu de 50.000 euro op is, gaan zij op zoek naar andere financieringsmogelijkheden om de game verder te ontwikkelen. Crowdfunding is voor Javier één van de mogelijkheden.
Koen van Vliet, schrijver van het boek ‘Crowdfunding, de hype voorbij’, studeerde Kunstbeleid en Management. Zijn scriptie schreef hij over crowdfunding, een alternatieve wijze om je project te financieren door belanghebbenden. Er zijn twee verschillende vormen van crowdfunding. Je kunt als particulier iets geven zonder er iets voor terug te krijgen, je bijdrage is een gift. Of je krijgt wel iets terug van het project. Deze laatste vorm is helemaal booming en 90% van de particulieren kiest dan ook hiervoor.
Van Vliet geeft tips mee: ‘Heb een goed verhaal, weet wie je moet benaderen: doe een onderzoek naar je doelgroep en maak het persoonlijk. Zorg dat mensen je vertrouwen. Zet jezelf in als marketingtool.’
Ontwerpers Visser en Meijwaard haken hierop in. Last minute besloten zij deel te willen nemen aan Salone del mobile in Milaan. Via het platform ‘Voor de Kunst’ zamelden zij in 33 dagen €3.200 euro in. Hun droom werd zo werkelijkheid.
In een kort filmpje presenteren zij hun plan op het crowdfundingplatform. Zij gingen ervanuit dat vooral mensen uit hun omgeving zouden sponsoren en wilden iets persoonlijks teruggeven. De investeerders kregen een lunch, rondleiding en borrel, afhankelijk van het bedrag dat zij gaven. ‘Speel in op waarvoor, hoeveel en wie er wil geven’ geeft Vera Meijwaard als tip mee.
Het woord is aan Roy Cremers, oprichter van het al eerder genoemde 'Voor de kunst’. Zijn carrière begint bij het AFK, Amsterdams Fonds voor de Kunst, waar hij onderzoek doet naar het ondernemerschap en hoe makers het beste geholpen kunnen worden. Vanuit dit onderzoek ontstaat ‘Voor de kunst’ dat op 4 november 2010 officieel gelanceerd wordt.
‘Voor de Kunst’ onderscheidt zich van andere crowdfunding platforms door de persoonlijke begeleiding. Elk project krijgt persoonlijke feedback over hoe zij zich het beste kunnen presenteren.
Cremers vertelt ons dat het gemiddelde bedrag dat gevraagd wordt voor projecten tussen de 1.000 en 15.000 euro is. Wanneer je hier onder of juist boven zit is het verstandig andere manieren van financiering te zoeken. Crowdfunding moet je leuk vinden om te doen. De communicatie en voorbereiding zijn doorslaggevend en kosten veel werk. Je kunt beter goed voorbereid starten dan het project te lang online laten staan. Houd je investeerders na afloop goed op de hoogte van ontwikkelingen, geef ze een rondleiding op je werkplek of bedank ze persoonlijk.
Vraag bij een volgend project niet nog nogmaals geld aan diezelfde donateurs, maar vraag ze het project met hun netwerk te delen. Zo bouw je een groter netwerk op en wordt de crowdfunding geen bedelactie. Als laatste tip geeft hij: tenzij je een groot internationaal netwerk hebt, zoek een Nederlands crowdfunding platform dat goed bij je past.
Sophie Dogterom werkt voor het Materiaalfonds, Nederlands oudste fonds. Het fonds verstrekt rentevrije leningen tot 8.000 euro. Een lening afsluiten klinkt eng en uiteraard moet dit geld terugbetaald worden. Toch is het slim om over deze manier van financiering na te denken, omdat het beter behapbaar is de lening in delen terug te betalen dan het bedrag in één keer bijeen te krijgen. Het terugbetalen begint drie maanden na dato van de eerste geldverstrekking. Het Materiaalfonds biedt een mooie uitkomst wanneer het bijvoorbeeld niet lukt een subsidie te verkrijgen.
Voor het verkrijgen van deze leningen hoeven geen ellenlange aanvragen te worden geschreven. Een projectomschrijving van honderd à tweehonderd woorden is voldoende. Hierin moet worden uitgelegd wat het project inhoudt. Wat gaat er gebeuren? Wat is de termijn? Wat is het einddoel? Wanneer de lening is goedgekeurd, hoeft men geen verantwoording af te leggen hoe het afgelopen is.
Begin 2013 richt ontwerper Luuk Wiehink zijn eigen ontwerpstudio ‘Luuk Wiehink – Research & Product Design’ op. Hij is dan net afgestudeerd in product design aan ArtEZ. Hij werkt aan eigen projecten en studies, maar ook in opdracht.
Wiehink heeft al meerdere keren deelgenomen aan prijsvragen en pitch-wedstrijden. Zijn tip: ‘Houd social media in de gaten. Kijk in je studio of je nog iets hebt liggen dat bruikbaar is voor de prijsvraag.’
Ontwerper Floris Schoonderbeek vertelt hoe Weltevree een samenwerking aanging met De Nieuwe Stad. Resultaat: café restaurant Hoog Vuur in Amersfoort.
Omdat Floris er vanwege verplichtingen elders niet bij kan zijn, vertelt hij voor camera over de essentie en meerwaarde van deze samenwerking.
De laatste spreker is Vicky Fasten, zij werkt met Business Angels. Business Angels of Informal Investors zijn per definitie (ex)-ondernemers die geld hebben overgehouden aan de verkoop van de ondernemingen die zij een aantal jaren daarvoor zijn gestart. Wat zij behalve geld vooral bieden zijn betrokkenheid, kennis van zaken en een netwerk.
Fasten treedt op als matchmaker: zij zoekt binnen haar netwerk naar investeerders die ze in contact brengt met ontwerpers. Wanneer een investeerder enthousiast is en instemt met het plan betekent dat, dat de investeerder mede-eigenaar is en aandelen heeft. Belangrijk voor deze projecten is dat de ontwerper een BV wordt, dit is voor een paar honderd euro te realiseren. De werkrelatie tussen maker en investeerder is bepalend voor projecten. Na vijf à zes jaar gaat de investeerder vaak weer weg en is de winst over het algemeen hoger.
Thuis op de bank duizelt het nog van alle mogelijkheden die er zijn om je projecten financieren. Ga voor jezelf na uit welk financieringsvorm jij het meest kunt halen, maar bovenal, zorg ervoor dat het je plezier geeft.