Aan een avond over biomimicry lijkt veel behoefte want Showroom is met ruim 90 bezoekers behoorlijk vol. Lydia Fraaije van BiomimicryNL leert ons dat de essentie van biomimcry is te leren van de natuur om menselijke problemen op te lossen. Het is een logische gedacht die de laatste jaren aan populariteit wint, want de natuur bestaat immers al 4,5 biljoen jaar.  Julia Robert verwoordt in een filmpje als Mother Nature waarom wij de natuur nodig hebben en niet andersom. 

In de rest van haar presentatie geeft Fraaije verschillende voorbeelden van natuurverschijnselen en dieren waar wij van kunnen leren. Zoals hoe de Namibische woestijnkever omgaat met het spaarzame vocht dat hij verzameld in de woestijn.

Lilian van Daal houdt zich bezig met biomimicry en 3D-printen. Haar werkwijze is tweeledig. Soms begint ze vanuit een probleem, zoals bij het meubelvraagstuk en soms vanuit de structuur van de natuur. Ze vertelt ons over 3 projecten waar ze de afgelopen jaren mee bezig was. Destijds viel haar bij haar afstudeeropdracht van de opleiding IPO op dat meubels uit veel verschillende materialen bestaan. Dit betekent dus ook veel verschillende afvalstromen. Dat kan beter dacht ze. Geïnspireerd op celstructuren van een boom ontwierp en printte ze de ‘3D-Printed Soft Seat’.  

Dit principe ontwikkelde ze verder voor de Volvo Design Challenge waar de opdracht was om een duurzame, 3D-geprinte autostoel te ontwerpen. Ze onderzocht of de autostoel - van onder andere metalen, kunststoffen en foam - plaats kan maken voor een recyclebaar alternatief van natuurlijke, niet-schaarse materialen. Ze deed materiaal- en vormonderzoek en experimenteerde met 3D-printtechnieken, waarmee natuurlijke structuren tot in detail kunnen worden gereproduceerd. Ze ontwierp een autostoel uit dennenhout, dat over alle juiste eigenschappen bleek te beschikken en in Zweden rijkelijk voorradig is. Daarmee won ze deze prijs.

Samen met de Arnhemse ontwerper Roos Meerman is ze ook succesvol en zijn ze de winnaar van de Bio Art & Design Award 2016 met het project ‘Dynamorphosis – The beauty of inner mechanisms’ in samenwerking met het Swammerdam instituut. Met 3D geprinte objecten die geïnspireerd zijn op het menselijk lichaam zoals het borstweefsel, de longen en het hart onderzoekt ze of deze 3D geprinte objecten dezelfde functies kunnen krijgen. Door toevoegingen van warm water en lucht gaat het object min of meer leven. Ze zitten nu nog volop in de experimenteerfase en tonen hun resultaten in december in het MU in Eindhoven.

Van Daal haar wens is om een database te maken met structuren van de natuur in een 3D-programma, zodat veel meer dit kunnen toepassen en als een open source aan de database bijdragen. Deze database is in ontwikkeling. Samen met Mars Holwerda - van studio MOM waar ze ook voor werkt- en met de Universiteit Utrecht werkt zij hieraan.

In het werk van Teresa van Dongen staan natuur en wetenschap centraal. De ontwerpster, die in 2014 cum laude afgestudeerd aan Design Academy Eindhoven, wil een brug slaan tussen natuur en wetenschap en design. Voor haar ‘levende lamp’ Ambio werd ze geïnspireerd door een inktvis. Dit dier heeft hele bijzondere eigenschappen. Er zijn inktvissen die licht kunnen geven, omdat ze gebruikmaken van bioluminescentie. Dit gebeurt met de fotoforen, waarin een chemische reactie optreedt die licht produceert. Sommige inktvissen slaan ook bioluminiscerende bacteriën op in hun lichaam, die ze kunnen gebruiken om licht te geven. Met dit gegeven is ze samen met de TU in Delft een lamp gaan ontwerpen die licht geeft. Belangrijke conclusie na veel experimenteren was dat deze bacteriën licht geven als er zuurstof is, daarom was het belangrijk dat de lamp constant in beweging is. Dit heeft ze opgelost door 2 gewichten aan de lamp te maken, zodat hij blijft bewegen. Zie filmpje

Een ander ontwerp van haar is ‘Spark of Life’, een lamp die ze samen met de Universiteit van Gent ontwikkelde. Bacteriën die het afvalwater schoonmaken stoten kleine elektrische stromen uit tijdens het schoonmaken van dit afvalwater. Ze onderzocht of deze specifieke bacteriën - een samenstelling van 100 verschillende bacteriën want een monocultuur is te kwetsbaar-  bruikbaar zijn als elektriciteit voor huishoudelijk gebruik. Het onderzoek leidde tot een lamp die licht uitzendt zonder de noodzaak van een stekker te ontwikkelen. Om te branden heeft deze ‘levende lamp’ slechts elke maand een theelepel acetaat en paar keer vers water nodig. Een klein beetje voedsel in ruil voor energie en licht. Ik kan me voorstellen dat het voeden en daarmee zorgen voor uw lamp kan leiden tot een nauwere relatie tussen de lamp en de gebruiker. Ze heeft zich tot doel gesteld om ‘Spark of Life’ het komende jaar door te ontwikkelen tot een consumentenproduct. Ook haar werk is binnenkort in MU Eindhoven te zien.

Iemand die heel anders bezig is met biomimicry is Bart Hess. Zijn ontwerpen zijn onlosmakelijk verbonden met het menselijk lichaam, dat Hess steeds op een andere manier probeert te vervormen, vervreemden of verfraaien met materialen die weinig met het traditionele textiel te maken hebben. Schuim lost op, spelden prikken, slijm glibbert weg en latex verstikt, en dus documenteert Hess zijn ontwerpen altijd direct in een film of foto. Zijn ‘stoffen’ zijn meestal niet bedoeld om langere tijd te dragen, en daarom zou je kunnen zeggen dat de documentatie – die vaak doet denken aan sciencefiction – het échte werk vormt. Hess volgde zijn opleiding aan de Design Academy Eindhoven, in de richting 'Man and Identity'. Zijn afstudeerproject (2007) ‘A Hunt for High-Tech’ is een collectie imitatiebont van zelf bedachte diersoorten met een rare twist. Het imitatiebont maakte hij van metaal.

Toen hij bij Philips Design werkte is hij in de avonduren vrij werk gaan maken samen met Lucy McRae. Hij laat ons hier veel voorbeelden van zien. Zij lieten zich inspireren door mislukkingen. Voor het maken van het vrije werk hanteerde ze een paar spelregels: van tevoren was er geen plan wat te gaan doen, ze werkte altijd alleen maar met z’n tweeën en diezelfde ‘s avonds moest het beeld gereed zijn. 
 
Naast met McRae werkte Hess al vroeg in zijn carrière samen met andere ontwerpers en opdrachtgevers zoals Nick Knight, Lady Gaga, Iris van Herpen en Walter van Beirendonck. Zo maakte hij een schubbenstof van plastic reepjes voor modeontwerper Iris van Herpen. Zijn beroemdste werk is een jurk van slijm die hij drapeerde om het lichaam van popster Lady Gaga. Voor deze jurk liet hij vijftien kilo slijm van Eindhoven naar New York verschepen.
 
Hij laat ons ook kennismaken met de performance ‘Digital Artefacts’ die hij dit jaar presenteerde in het Stedelijk Museum. Hiervoor gebruikte Hess hete was die een dun laagje vormt zodra het met de huid in aanraking komt. Een model dat in een licht harnas boven een tank gevuld met water en was hangt, zakt langzaam naar beneden. Met elke beweging die ze maakt blijft er een laagje was aan haar plakken, alsof er direct op de huid 3D-geprint wordt. Om dit goed te krijgen laat hij ons diverse foto’s van experimenten met het materiaal zien. Eenmaal uit het water is het silhouet van gestolde was goed te zien, waarna het model zich uit haar omhulsel breekt. Hess waardeert de imperfecties en de grillige vormen die zijn ontstaan. ‘De Digital Artifacts’ tonen hoe hij de mode van de toekomst voorstelt. Dat zijn geen losse kledingstukken meer, maar een tweede huid die je jezelf elke dag opnieuw aanmeet, en die je naar believen kunt manipuleren.

Uit de zaal komt een vraag in hoeverre je biomimicry kunt toepassen. Fraaije geeft aan dat een score van 100% halen in je ontwerpproces op biomimicry onmogelijk is. Dat zou betekenen dat we in balans zijn met ons ecosysteem. Onze 'ontwikkeling' reikt zover nog niet. En dat hoeft ook niet, de intentie en de motivatie zijn al voldoende.

Van Daal haar werk sluit sterk aan op het idee om alles binnen een ecosysteem te laten passen. En dus op biomimicry. In haar presentatie kwamen behoorlijk wat punten naar voren die op de Life's Principles aansluiten; dat betekent dat ze aansluiten op condities die leven bevorderen. Op een manier zoals de natuur dat doet.

De presentatie van van Dongen gaat meer richting bio-inspired innovation, maar gaat zeker ook over biomimicry. Bio-inspired omdat je het organisme zelf gebruikt. Je bent eigenlijk een soort bacterie of mico-organisme farmer. Op het moment dat beide organismen (bacterie en wijzelf) ervan profiteren kun je het symbiose noemen. Dat sluit aan op biomimicry, omdat je wel nadenkt over hoe de natuur energie opwekt zonder grondstoffen uit te putten en zonder afvalstoffen te produceren. In balans met het ecosysteem dus.
Hess zijn presentatie is wat betreft aansluiting op biomimicry erg vooruitstrevend. Hij betreedt een vlak dat vooralsnog lastig is, omdat we als mens graag alles definiëren. Wat Hess maakt is (soms) onderhevig aan de wetten van de natuur, het is (soms) multifunctioneel en ontstaat (soms) door zelf-assemblage van het materiaal waar hij mee werkt. Zelfassemblage is iets waar wij als mensen met onze techniek alleen nog maar van kunnen dromen. Het werk is ook bijzonder, omdat het laat zien dat de natuur geen fouten maakt. 

Steun OPA door member te worden en krijg naast gratis toegang tot onze avonden nog vele extra’s!